Fuseelangshelling is, van opzij gezien, de hoek tussen de fusee en de verticale loodlijn.
Van opzij gezien helt de fusee altijd met de bovenkant naar achteren toe. Daardoor komt de auto achter het wiel aan in plaats van andersom. Indien juist afgesteld geeft de fuseelangshelling vooral in de bocht een stabiele wielgeleiding zonder stuurtrillingen.