Van bovenaf gezien wijzen de voorwielen van een auto met achterwielaandrijving enkele graden naar binnen toe. Dit noem je toespoor.
Tijdens het rijden wordt de carrosserie door de aandrijfkracht naar voren geduwd, waardoor de voorwielen aan de voorkant iets uit elkaar gaan staan. Om dat te compenseren krijgen de voorwielen toespoor. Ze worden dus structureel met de voorkant iets naar elkaar toe gezet, zodat ze tijdens het rijden rechtuit rollen. Het is goed om de wielstanden van jouw auto met enige regelmaat te laten controleren, bijvoorbeeld vlak voordat je nieuwe banden aanschaft. Controle is zéker nodig als blijkt dat de banden onregelmatig afslijten. Dat kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van iets kleins als 'een trottoirtje pakken'.