Op het hoogspanningsgedeelte van de ontsteking staat de door de bobine verwekte hoogspanning van 30.000-40.000 volt.
Het hoogspanningsgedeelte zorgt dat de bougie een vonk kan produceren als dat gevraagd wordt door de motor.
Bij een auto met één bobine voor de gehele motor loopt deze stroom¬draad
- vanaf de bobine naar de centrale aansluiting op de verdelerkap en
- vanaf de overige daarop aangebrachte aansluitingen naar de bougies.
Dankzij deze hoge spanning kan men relatief dunne hoogspanningskabels gebruiken. Bij oudere kabels en/of een scheurtje in een bobinebehuizing kan er, vooral tijdens vochtige omstandigheden, een vonk gaan overspringen naar een ander motordeel dan de bougie. Dit leidt direct tot inhouden en een slecht lopende motor.